De Joodse gemeenschap in Oostende

Een brok geschiedenis

Dixit Prof. Dr. Baron Julien KLENER (° Oostende 1939): voormalig voorzitter van het Centraal Israëlitisch Consistorie van België en hoogleraar Hebreeuws, jodendom en vergelijkende taalkunde; bekroond met verschillende eretitels; publicist en begenadigd spreker ivm. het jodendom, theologie, morele & politieke wetenschappen.
Prof. Dr. Klener stelt: de geschiedenis van de Joodse gemeenschap is ook de geschiedenis van de Joodse gemeenschap in West-Vlaanderen, want er bestaat geen enkele zekerheid over de aanwezigheid van Joden in deze contreien tijdens de Middeleeuwen. Ondanks de drukke handelsweg tussen Keulen en London zijn er nergens vaste meldingen van Joden in deze streek.
Pas in de 16de, 17de eeuw zijn er meldingen van ‘nieuwe christenen’ in Brugge. Op het einde van de Oostenrijkse bezetting in 1781 wordt er melding gemaakt dat Ezechiël de Jongh en Salomon Mendes uit Amsterdam en anderen een aanvraag indienen tot verblijf in de stad Oostende. Dat werd na veel wikken en wegen toegestaan, mits het voorleggen van een soort ‘bewijs van goed zedelijk gedrag’.
Op het einde van de 19de eeuw waren er ongeveer 150 Joodse permanente residenten aanwezig in Oostende. Tijdens het kustseizoen liep dat aantal op tot 2200 (vooral door buitenlandse bezoekers). Baron Gerson van Bleichroder, financieel raadsman van Bismarck, en het Pruisische hof stelden hun residentie ter beschikking van de Joodse gemeenschap om erediensten te houden en de feestdagen te eren. Later zou ook de prille Belgische staat een stuk grond aan de Albertstraat ter beschikking stellen, maar, ondanks nog een extra schenking van een lid van de Rothschilds, kwam het ganse project niet van de grond. In plaats daarvan werd een kleine synagoge ingericht in de Koninklijke paleizen van Leopold II. Het moet toen 1890 zijn geweest.

Prof. Dr. J. Klener en zijn Oostende

De Professor herinnert zich dat er vroeger op de Van Iseghemlaan een Joods hotel was dat “Reisberg” heette. Prof. Dr. Julien Klener is lyrisch over zijn Oostende. Hij is geboren en getogen “aan ’t zèètje” en wanneer ondergetekende oppert dat het Oostends noch min noch meer een West-Vlaams dialect is, krijgt hij fluks te horen dat het Oostends een wereldtaal is. Ze zullen dat in Antwerpen graag horen!
Prof. Dr. Klener: ”Mijn voorouders waren op de vlucht voor de Oost-Europese pogroms ten tijde van de Belle Epoque (een benaming voor de periode 1890–1914 uit de Franse geschiedenis die werd uitgevonden tijdens de eerste wereldoorlog omdat toen alles zo vredig scheen). Waarschijnlijk vestigden ze zich bij kennissen. Joods Oostende bloeide op in de Belle Epoque en verkreeg in het begin van de 20-ste eeuw een officieel juridisch statuut. Het was goed leven aan de zee.”
“Tot de nacht viel over Europa: veewagons brachten onze mensen van Oostende naar de Poolse nacht en nevel met de Mechelse Dossin-kazerne als tussenstop. Mijn familie maakte het allemaal mee. Ikzelf ben geboren in 1939 en was dus te jong om opgenomen te worden in het Jodenregister.”
“Aangezien mijn ouders ‘Belgische’ Joden waren, werden ze aanvankelijk ongemoeid gelaten. In die periode vertrokken ze uit Oostende om onder te duiken in Brussel. Ikzelf werd om veiligheidsredenen van mijn ouders gescheiden. Verschillende familieleden zijn naar Auschwitz gedeporteerd. Slechts enkelen zijn teruggekeerd. Mijn ouders vestigden zich in 1946 opnieuw in Oostende. Ik liep er school aan het Atheneum en later ging ik naar de Rijksuniversiteit van Gent.”
Prof. Dr. Klener: “De rijke Joodse gemeenschap in Oostende kwam geknakt uit de Tweede Wereldoorlog. Dé gemeenschap was plots weg: geslachtofferd op het mysterieuze altaar van de menselijke onmenselijkheid en toch: na de gruwel, merkte men dat de oude Synagoge er nog stond als een symbool tussen het verleden en het heden en ‘als een nieuw begin’ !”

Oostende vandaag

Vandaag leven en werken er nog een 45 Joodse families in Oostende. Regelmatige bezoekers van de Synagoge kan men ze moeilijk noemen, maar ze zijn er wel op de feestdagen. In de zomer zijn er uiteraard de vele bezoekers van over gans de wereld. Dagelijks is de Synagoge dan open voor het ochtend- en het avondgebed. Op de sabbat is de Synagoge gans de dag open. De voorganger van de diensten is Rabbijn Armand Benizri, een zeer voorname man. Ook de vele scholen uit de ganse provincie West-Vlaanderen bezoeken de Synagoge. Oostende is ook opgenomen in “The Jewish Travel Guide.”

Joodse persoonlijkheden

Heel wat belangrijke Joodse kunstenaars/persoonlijkheden hebben in of rond Oostende verbleven. In Den Haan nam Albert Einstein belangrijke beslissingen. Een verhaal doet de ronde dat de grote Einstein ooit viool zou hebben gespeeld in de synagoge… . Carol Deutch behoorde tot de kring van de beroemde Oostendse schilder James Ensor. Felix Nusbaum schreef in de jaren dertig heel wat belangrijke stukken in de badstad. Ook Joseph Roth en Stefan Zweig verbleven in de stad.
In 2000 heeft er een grote tentoonstelling plaats gehad in de Spaanse Gaanderijen. Het was een overzichtstentoonstelling met als thema “Joodse sporen in Oostende”. Met tal van medewerkers werd er toen ook een gelijknamig, geïllustreerd, boek uitgegeven. Het boek is momenteel nog moeilijk te verkrijgen, alhoewel het zeker de moeite waard is.
Dank zij de Oostendse families Kalter, Diaine, Klener, Legley -Wulfowicz, Shemmer, Podgorz, Muller, enz. die de synagoge en de tradities in leven houden, worden er meer dan lovenswaardige pogingen ondernomen om een nieuw gemeenschapsleven op te bouwen.